Valerie Louise Catharina van Beers
* 23 juni 2006 †
Peter en Paulien
Het verhaal van een lief, klein meisje..
Het is augustus. Het regent bijna de hele dag! Het is nu heel even droog. Toch ziet de lucht eruit alsof het elk moment weer kan gaan regenen. Terwijl het augustus is en dus eigenlijk goed weer zou moeten zijn! Ik voelde me precies als het weer. Slecht voor de tijd van het jaar. Af en toe een opklaring, maar over het algemeen bewolkt met veel regen. 39 weken lang heb ik me goed en zonnig gevoeld. Af en toe een bui hoorde erbij. Vooral in de eerste drie maanden. Na vier maanden was het stralend weer. De zon scheen volop en daar genoot ik van!
Na bijna negen maanden was de hemel helder blauw. In een fractie van een seconde barstte het onweer los. Donderslagen vlogen om mijn oren heen. Zo hard als een baksteen. Kei hard!
Er groeide een mensenleven in mijn buik. Mijn buik waar ik zo trots op was. Mijn enorme buik die op en neer golfde als een wilde zee. Mijn buik waar ik uren naar kon kijken, tegen kon praten en voor kon zingen. Ik heb sterk het gevoel dat er een lief klein meisje in woont. Lief en ondeugend. Druk van aard en erg vrolijk. Zo stelde ik me haar voor. Ik heb honderduizend dingen gedacht die ik met haar zou willen doen. Ik heb gefantaseerd over hoe zij eruit zou zien. Zou ze op mij lijken? Hoe zou haar stemmetje klinken? Nachten lang heb ik op de bank doorgebracht om over dit kleine meisje te dromen. Het kleine meisje dat elk moment geboren zou gaan worden.
Ik voelde me een patiënt die al 9 maanden in de wachtkamer zat en nu dan toch echt bijna aan de beurt was! Na bijna negen maanden wachten kwam de dokter mij vertellen dat ik nooit aan de beurt zou komen. Had ik dan voor niets gewacht? Waarom? Ik huilde en schreeuwde. Dit kon toch niet waar zijn? Haar leven eindigde waar het bijna begon.
Onmiddelijk wilde ik niks meer met dit kindje te maken hebben. Van mij mochten ze het er zo snel mogelijk uithalen en weg doen. Weg doen alsof er nooit iets was gebeurt. De pijn kon ik niet verdragen. Mijn hart werd verscheurd. Het was hartverscheurend.
De dokter vertelde mij dat het beter was om op een natuurlijke manier te gaan bevallen. Ik mocht kiezen wanneer ik ingeleid zou willen worden. Ik had geen idee wat ik wilde. We spraken af om het de volgende dag te doen. Als ik me zou bedenken kon ik altijd nog bellen.
Ik ging naar huis met mijn dikke buik. De buik die opeens niet meer voor nieuw leven stond. De buik die eerst alles was en nu niets meer. De buik die hard en levenloos aanvoelde. Ik droeg een babylijkje in mij, geen mooi kindje meer. Zo voelde ik het. Het was erg druk op weg naar huis. Al die mensen. Voor mij stond het leven even stil, maar de wereld draaide gewoon door. Ook zonder mij. Als de mensen eens zouden weten wat er in mijn buik gebeurd was.
Het voelde zwaar aan, een lichaam dat geen weerstand meer bood. Het voelde als een baksteen in mijn buik. Ik hoopte dat iemand mij zometeen wakker kwam maken en vertelde dat ik alles had gedroomd.
Na een zware nacht één te zijn geweest met de dood, vertrokken we vroeg naar het ziekenhuis. Er zou van alles moeten gebeuren. Bloed prikken, kweekjes afnemen, een infuus inbrengen met pijnstilling en de weeën moesten opgewekt worden. Ik had voor mezelf besloten dat ik dit kindje zelf op de wereld wilde zetten. Zo bewust mogelijk. Ik wilde geen verdoving.
Ik was in een roes terechtgekomen. Mijn lichaam beschermde mij tegen de heftige emoties. Anders zou ik de bevalling niet aankunnen. Om tien uur in de ochtend werd er een pil in mijn vagina gebracht die de weeën op gang zou moeten brengen. Na een uurtje begon ik het al te voelen. Mijn man schreef de tijden op. De weeën kwamen steeds sneller achter elkaar en werden steeds heviger. Ik had een infuus met een morfineachtige stof erin. Zodra ik een wee aan voelde komen kon ik op een knopje drukken en dan kreeg ik een dosis binnen. Zo kon ik zelf bepalen wanneer ik pijnstilling nodig had.
Na vier uur had ik al behoorlijk veel ontsluiting. Ik zat op de rand van het bed met een witte doek om mijn hoofd. Deze droeg ik om mijn haren uit mijn gezicht te houden. Mijn man masseerde mijn kuiten en ik pufte de weeën weg zoals ik tijdens zwangerschapsgym geleerd had. Na een tijdje moest ik ontzettend overgeven. Daarna is alles met een sneltreinvaart gegaan.
Ik had opeens negen centimeter ontsluiting en voelde de persweeën aankomen. Na een half uur keihard persen, werd om vijf over zes onze dochter geboren. We noemde haar "Valerie Louise Catharina". Dit hadden we al besloten toen ze nog levend in mijn buik zat. We bedachten dat als ze haar eigen naam uit zou spreken dit vervormen zou tot Vallie. Vanaf die tijd noemden we haar dus ook Vallie.
Ik wilde haar op mijn blote lichaam voelen. Ze was zo mooi. Ik hoopte nog dat ze zou gaan huilen. Ik kuste en knuffelde haar, maar voelde weinig door de drugs. Ik was verdoofd, uitgeput en wilde opeens niks meer met haar te maken hebben. Het deed pijn. Mijn lichaam en geest, mijn hart en mijn ziel deden ongelofelijk veel pijn.
Terwijl ik gehecht werd, wat voor mijn gevoel uren duurde, liep mijn man met onze dochter rond. Hij schreeuwde en huilde. Ik heb er niets van meegekregen. Toen het hechten eindelijk klaar was, wilde ik douchen en slapen. De verpleging bleef aandringen dat ik haar in badje moest doen en bij me moest houden. Ik wilde dit niet. Ik hield mezelf voor dat ik haar vlak na de geboorte op haar mooist had gezien en dat ik me dat beeld wilde blijven herinneren. Ze bleven echter aandringen, maar ik wilde het niet geloven. Ik zou er toch geen spijt van krijgen!
Om elf uur 's avonds waren de drugs uitgewerkt en begon ik weer een heel klein beetje mezelf te worden. Ik begon te twijfelen en besloot dat ik de baby toch wilde wassen en vasthouden. Vanaf dat moment was ze geen lijkje meer, maar mijn mooie dochter Valerie. Vanaf toen was ik mama geworden.
De verpleegster deed haar in badje en ik keek toe vanuit mijn bed. Ik hield alles in de gaten. Daarna kreeg ze de kleertjes aan die papa en mama voor haar uitgezocht hadden.
Er werden heel veel foto's gemaakt. Er werden voet- en handafdrukjes gemaakt. Er werd een lokje haar afgeknipt ter herinnering. Wat had mijn meisje toch mooie haren. De haren van papa. Mijn neusje, papa's tenen en oortjes en mama's handjes. Ze was helemaal af. Zo mooi, zo bijzonder. Waarom moest dit gebeuren? Een oorzaak zouden wij nooit te weten komen.
Rond twaalf uur vielen we uitgeput in slaap en ik hoopte nog steeds dat ik de volgende ochtend er achter zou komen dat het allemaal een droom was. Ik dronk mijn chocolademelk op en sliep in. De volgende ochtend wilde ik het kindje niet zien. Ik ging straks wel een keertje kijken.
Ik lag op de kraamafdeling, waar ik een week eerder opgenomen was geweest. Ik had toen last van mijn ademhaling en bij de eerste hulp besloten ze mij in het ziekenhuis te houden. Voor de veiligheid van het kindje. Al gauw ging het beter met me en ik had een geweldige tijd in het ziekenhuis. Ik kreeg elke dag een half uur lang de tijd om het hartje van mijn baby te horen. Als ik me zorgen maakte, kwam de verloskundige mij het hartje nog eens en nog eens laten horen. Het ging goed met de baby. De medicijnen die ik kreeg konden geen kwaad tijdens de zwangerschap. Mijn bloeddruk was goed en het kindje was nog levendig. We hadden een week lang heel innig en op een bijzondere manier contact gehad met de kleine. Misschien was dit al het afscheid?
De familie kwam al gauw op bezoek. Nieuwsgierig hoe ik er aan toe was en hoe het kindje eruit zou zien. Ik leefde in een roes, had de hoofdrol in een heel slechte film. Emoties kon ik alleen uiten bij mijn man. Hij was de enige die erbij was geweest. Hij voelde het net zo. Samen verwerkten we overdag de visite en 's avonds het verdriet.
De begrafenisondernemer kwam. We namen de eerste dingetjes samen door. We wilden haar begraven. Haar lichaam teruggeven aan de natuur. We kregen dingen voor onze kiezen om over te beslissen. Ik kreeg een folder met kleine kistjes en mandjes. Mijn hoofd stond er helemaal niet naar om dit uit te kiezen. Uiteindelijk kozen we voor de eenvoud van een klein wit kistje. We wilden Valerie niet mee naar huis nemen. Ons huis zou dan nooit meer hetzelfde zijn. We besloten haar in het mortuarium van het ziekenhuis te laten tot de obductie gedaan was. Daarna zou ze naar een uitvaartcentrum gebracht worden.
's Middags kon ik naar huis. Ik zag er tegen op om in een huis te komen dat nog in het teken van verwachting stond. Een huis met een babykamer die af was! Een huis met een box in de kamer en flesjes in de kast. Een huis met een leeg wiegje naast ons bed. Het viel gelukkig mee. Valerie had er nooit in gelegen, dat maakte het meer dragelijk.
Na een uur kwam de kraamhulp. Ze zorgde goed voor ons en dat was fijn. Als zij er niet was geweest om te koken voor ons had ik waarschijnlijk niks gegeten. Ze was er en deed alles voor ons. We merkten meestal niet eens dat ze er was. Precies goed! We kregen visite en moesten veel dingen beslissen en regelen. Ik kon amper lopen. Ik was immers ook net bevallen.
Ondanks medicijnen kwam de borstvoeding toch op gang. Dit was pijnlijk en confronterend. Wat had ik graag een baby gepakt en die aan mijn borsten laten drinken.
Die avond toen we in bed lagen, het was elf uur denk ik. Een gevoel van zorgen maken overviel me. Ik wist helemaal niet waar mijn dochtertje nu was. Ik had haar nog niet gezien toen ze in het mortuarium lag. Hoe zou ze erbij liggen. Hadden die mensen dat wel goed gedaan? Zou ze het niet koud hebben? Lag ze daar helemaal alleen? Had ik haar als moeder zijnde in de steek gelaten? Ik wilde er meteen naartoe. We belden de begraver en hij regelde dat we naar haar toe konden gaan. Het volgende probleem was dat ik nog niet zover naar de auto kon lopen. Mijn man regelde een rolstoel uit het ziekenhuis en zo kon ik naar mijn kleine engeltje toe.
Ik nam knuffeltjes voor haar mee. Dan was ze niet zo alleen. Ik kuste en knuffelde haar. Ze lag er mooi bij en ik was enigszins gerust gesteld. Gerust genoeg om die nacht te kunnen slapen.
De dagen erna leken veel op elkaar. Elke avond gingen mijn man en ik naar ons kindje kijken en huilden, praatten, lachtten, knuffelden en kusten.
De dag van de obductie was aangebroken. We maakten nog gauw een paar foto's van hoe ze er nu uit zag. Gelukkig maar want tijdens de obductie was haar neusje beschadigd. Mijn man was kwaad. Ik vond haar toch nog mooi. Ze werd naar het uitvaartcentrum gebracht. Daar hadden we een kamer met sleutel waar we 24 uur per dag naartoe konden. Dat deden we dan ook midden in de nacht. We beleefden vele intieme momenten met z'n drieën. Zoals die ene nacht, dat we een plukje haar afknipten om in een hangertje te doen. We moesten er zelf wel om lachen.
Momenten van intens verdriet werden afgewisseld door momenten van trots en liefde. Momenten van leegte en pijn werden afgewisseld met meligheid en humor. Het verdriet weekte los met vlagen. Alles in één keer zou denk ik ook te veel zijn geweest. We bereidden ons voor op de begrafenis, de dag van het afscheid. De dag dat ik eigenlijk uitgerekend was. We kozen de mooiste muziek uit en bedachten de mooiste woorden voor onze kleine meid. We zochten de mooiste bloemen voor haar uit. Roze bloemen in hartjes vormen. We wilden graag roze ballonnen naar de hemel laten gaan. Met mooie woorden voor haar!
Ik wilde persé spreken die dag. Al wist ik eigenlijk niet wat ik wilde zeggen. Dan maar niets, dacht ik. Hier zijn toch ook geen woorden voor? De dag van de begrafenis schreef ik het volgende stuk vanuit mijn hart:
Lieve Vallie,
Het is nu precies 40 weken geleden dat een klein zaadje haar weg vond naar een klein eitje. Heel langzaam groeide dat zaadje en dat eitje samen tot een prachtige baby! Elke week weer een beetje groter. Na 20 weken zag ik je voor het eerst op de echo. Je was druk aan het schoppen en duikelde door mijn buik, waar toen nog veel ruimte was! Heel relaxed lag je met je beentjes gekruisd, net als papa en je armen achter je hoofd. Je had het wel naar je zin daar! Een paar weekjes later voelde ik kleine schopjes van binnen. Al gauw werden dat keiharde schoppen. Vooral als er vreemde mensen aan mama's buik kwamen, ging jij flink tekeer! Op het laatst had je vaker de hik en voelde ik kleine schokjes door mijn buik heen gaan. Zo mooi, zo bijzonder! Kontje wrijven tegen papa's hand. Kontje wrijven tegen de liefdevolle zoentjes van kleine Fleur! Zo bijzonder, zo mooi! Ik heb het uiterste gegeven om je op de wereld te zetten. Het kostte bloed, zweet en heel veel tranen. Maar weet je lieve schat? Het is het allemaal waard geweest! Vol trots heb ik je in mijn buik gedragen en vol trots draag ik je nu in mijn hart!
Dag allerliefste schat van me! Ik zal je nooit, nee nooit vergeten!!!!
Kus,
Mama.
En toen het was het zover. We zouden afscheid nemen van haar lichaam. Nooit meer zouden we haar handje vast kunnen houden. Nooit meer zouden we haar wangen kunnen kussen. Nooit meer. De allerlaatste kus en de deksel zou op het kistje gaan. Afschuwelijk was dat moment! Een moment vol pijn en verdriet! Hartverscheurend. Het raakte mijn diepste kern. Het raakte mijn ziel. Van de ene kant zou ik haar lichaam nog jaren bij me willen houden, van de andere kant is afscheid nemen goed. Hoe lang houdt een mens dit vol?
Mijn man en ik droegen het kistje de zaal in en zetten het tussen de mooie bloemen en kaarsjes. Mijn beste vriendin sprak mooie woorden. Zo lief. Daar ben ik haar zeer dankbaar voor. Trots op haar, op mijn man en op mezelf! In onze eigen auto reden we haar naar de begraafplaats toe. We lieten roze balonnen de lucht in gaan. Dat was een prachtig gezicht!
Na deze heftige periode besloten we om op vakantie te gaan. Drie weken uitwaaien aan zee. We kochten een caravan en vertrokken zodra ik enigszins hersteld was van de bevalling. Tussendoor kwamen we een keer naar huis om het grafje te bezoeken. Om de nieuwe kaarten die in de bus lagen te lezen. Al die reacties van mensen waren een grote steun. We kregen zelfs kaarten van mensen die we helemaal niet kenden en die hetzelfde hadden meegemaakt!
Na de vakantie begon het "normale" leven zich weer aan te doen. Elke dag denk ik aan mijn mooie meisje. Het verdriet komt nog steeds met vlagen. De ene dag is de andere niet! Het begint langzaam door te dringen wat wij allemaal mee hebben gemaakt. Ik wil haar nooit vergeten en zal er alles aan doen om haar herinnering levend te houden. We hangen foto's van haar in elke kamer van ons huis. We branden kaarsjes voor haar en verzorgen het grafje op het kerkhof.
De omgeving reageert verschillend. Er zijn mensen die begripvol luisteren naar ons verhaal en er gewoon "zijn" voor ons. Dat voelt goed. Er zijn ook mensen die met een boogje om me heen lopen en me nauwelijks aan durven kijken. Alsof ik een vreemd monster ben dat geen normale kinderen op deze aarde kan zetten. Er zijn ook mensen die er niet meer over willen of kunnen praten. Ik geef toe dat het ook niet makkelijk is. Oordeel nooit over je medemens want je weet niet wat hij of zij op dat moment meemaakt!
We zijn vrij eenzaam in ons verdriet omdat niemand anders haar gekend heeft. Wij hadden een band met haar toen ze in mijn buik zat, de omgeving niet. Wij kenden haar toen al en hielden van haar. Ze reageerde op onze stemmen. Ze was altijd bij me. Negen maanden lang was ze bij me.
Is een kind nemen eigenlijk niet ontzettend egoïstisch? We willen een kindje omdat WIJ dat zo leuk vinden. Op dit moment hoef ik geen tweede kindje. Voor mij hoeft het helemaal niet meer. Gelukkig denkt mijn man er precies hetzelfde over. Ik wil dit verdriet eerst verwerken en Valerie nooit vergeten en dus al helemaal niet vervangen. Dit is niet voor niets gebeurd. Ik wilde graag moeder worden en dat ben ik nu! Reacties als "er komt wel weer een nieuw kindje" of "je bent nog jong" zijn beledigend en kwetsend. Hier zijn geen woorden voor dus probeer ze ook niet te vinden.
Na de vakantie zijn we begonnen met het opruimen van de babykamer. Dat voelde goed. Natuurlijk deed het pijn en was het een triest klusje, maar aan de andere kant maakte het de weg vrij om verder te kunnen. We wilden niet blijven hangen in het verdriet en dit hielp ons daarbij.
Ik ben veranderd door het verlies van mijn dochter. Ik ben moeder geworden en mijn man vader! Ik relativeer meer en maak me dus niet meer druk om onbenullige kleine dingetjes. Waar maken mensen zich toch vaak druk om? Ik zoek meer contact met de natuur en leef veel bewuster. Geniet van elke dag. Wie zich zorgen maakt om morgen, maakt zich morgen weer zorgen om overmorgen etc. etc. Ik leef nu, niet gisteren of overmorgen, niet vorige week of volgend jaar! Ik heb mezelf beter leren kennen. Weet dat ook ik de kracht in me heb om een kind op de wereld te zetten, om door te zetten, om met verdriet en pijn om te gaan.
Mijn man en ik zijn samen begonnen en zullen samen verder gaan! We zullen ons eerste kindje Valerie nooit, nee nooit vergeten!
Valerie, bedankt dat ik je mama mag zijn, bedankt dat jij mijn dochter bent!
Valerie
Valerie heeft een gastenboek bij Lieve Engeltjes.
Schrijf een berichtje Lees de berichtjes